Klik op de afbeelding voor een vergroting. De afbeelding wordt in een nieuw venster/tabblad geopend. Sluit het venster/tabblad door op het kruisje te klikken in de adresbalk.

De kerk van Scheemda gezien vanuit het noordwesten met op de voorgrond een deel van het oude kerkhof. Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

Klik op de afbeelding voor een vergroting. De afbeelding wordt in een nieuw venster/tabblad geopend. Sluit het venster/tabblad door op het kruisje te klikken in de adresbalk.

 

Herv. Kerk en toren op omheind kerkhof. Eenvoudig in aanleg laat gotisch kerkgebouw met ondiepe driezijdige sluiting gebouwd in 1515, in 1626 van gewelf en steunberen beroofd. In 1792 van een nieuwe zoldering voorzien. In de kerk 17e-eeuwse preekstoel met trap, achterschot en klankbord; twee koperen kaarsenhouders. Bank met overhuiving bekroond door tympaan (1792). Alle overige banken met paneelwerk en gesneden bekroningen van de wangen. Aan de oostzijde galerij (voorheen kraak langs de noordzijde). Orgelbalustrade, waarin kanselvormige uitstulping en twee vakken met briefpaneel, 1503, waartegen latere vleugelstukken. De bijbehorende orgelkas en frontpijpen bevinden zich tegenwoordig in een opslag te Lelystad. In 1874 nieuw tweeklaviers orgel door R. Meijer. Koperen kroontje, 1792, en een van 1810'

Aantal zerken, waarvan enige in de kerk, de overige op het kerkhof; ten zuidwesten van de kerk klokkenstoeltoren onder zadeldak tussen trapgevels en spitsje op de nok. Laat 18e-eeuwse toegangspoort. Klokkenstoel van 5 jukken met moderne klok[1].

 

Lees hier een artikel over de zerken in en buiten de kerk.

 

De Scheemder kerk heeft in 2015 haar 500 jarig bestaan gevierd. Althans, dat blijkt uit het memoriebord, dat is gemaakt als bekroning van de grote renovatie in 1896. Het tekstbord heeft een plekje gekregen aan de koorbalustrade. Dit godshuis is gebouwd in 1515, zo begint de tekst, gevolgd door een overzicht van verbouwingen en veranderingen. De vraag is alleen, hoe zijn de kerkvoogden destijds aan het jaartal 1515 gekomen? Tot op de dag van vandaag is het niet mogelijk gebleken de oorsprong van dit jaartal ook maar ergens in de archieven te traceren. Hebben de kerkvoogden het jaartal misschien uit de lucht geplukt? Het Godshuis is, net als de meeste Groninger kerken,  oorspronkelijk gebouwd als katholieke kerk. Een kerspelzegel uit 1614 verwijst naar Bartholomeus als mogelijke patroonheilige.

 

Het is nog altijd een raadsel hoe men in 1896 aan het jaartal 1515 is gekomen. Noch in enig archief, noch ergens op een gedenksteen in de muur, komt het jaartal 1515 voor. Het duikt pas op aan het eind van de 19e eeuw, als de kerkvoogden het memoriebord laten maken. In ieder geval is het jaartal in 1810 nog niet bekend, getuige een brief in het gemeentearchief van Scheemda. De burgemeester- en lid van de kerk- schrijft dan als antwoord op de vraag wanneer de kerk is gebouwd, ‘zijnde ons niet bekend door wie hetzelve gebouwd is, noch de tijd wanneer, blijkens slechts een inscriptie op het orgel dat hetzelve gebouwd is in den jaare 1526, zoodat dus gevolgelijk de kerk noch eerder moet zijn gesticht...’

 

Het 'In Memoriam' bord bevestigd op de galerij in het oosten van de kerk.

 Het 'In Memoriam' bord (1896) bevestigd op de galerij in het oosten van de kerk. Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

 

IN MEMORIAM. DIT GODSHUIS IS GEBOUWD IN 1515. HET EERSTE ORGEL VERVAARDIGD IN 1526 DOOR MAGISTER JOHANNES EMEDENUS. IN 1626 DE STEENEN BEEREN VAN BUITEN AAN DE KERK AFGEBROKEN, DE VENSTERS VERLAAGD, TWEE KLEINE DEUREN N.- EN Z.KANT TOEGEMETSELD EN DE PREDIKSTOEL VERPLAATST. IN 1740 HET ORGEL VE[R]BETERD DOOR A. HINS TOEN C. H. SWYGHUIZEN PRED. EN DE RAADSHEER A. APPIUS EN 1. P. WOLTHUIS KERKVOOGDEN WAREN. DAARNA VERGROOT IN 1789 DOOR F. C. SNITGER TYDENS W. FOLCKERS PRED. EN O. OOMKENS EN A. E. STHEEMAN KERKVOOGDEN, EN J. TER HASEBORG GEËLIGEERDE WAREN, IN 1792 1S HET STEENEN DRIEKANT AAN DE WESTER GEVEL BOVEN HET ORGEL TOT AAN DE ZOLDER AFGEBROKEN, ALSMEDE HET STEENEN GEWELF BOVEN HET ORGEL, RUSTENDE OP TWEE ZWARE STEENEN PILAREN, IEDER 18½ VOET VAN DE WESTER GEVEL AF BINNEN DE KERK STAANDE. DE PILAREN WAREN MET EEN BOOG VEREENIGD TOT BOVEN DE ZOLDER. LANGS DE NOORDKANT DER KERK, VANAF DE PILAREN TOT HET KOOR, DE ZOLDER MET DE BALUSTRADE AFGEBROKEN EN AAN DE OOSTGEVEL BOVEN 'T KOOR HERPLAATST. DE HOOFDDEUR AAN DE ZUIDZYDE VERWYDERD EN DE TEGENWOORDIGE DEUREN DAARGESTELD. HET BESTAANDE GEWELF ONDER DE ZOLDER GEMAAKT EN MET DRIE ROSETTEN VERSIERD. NEGEN VENSTERS VERANDERD, IEDER IN DRIE STEENEN RAMEN, WAARIN NEGEN INSCHRIPTIEN, VAN NEGEN VOORNAME FAMILIEN UIT 'T DORP AAN DE KERK CADEAU GEGEVEN. IN 1850 DE VENSTERS WEER VERHOOGD EN MET YZEREN RAMEN EN GROOTE GLAZEN VOORZIEN. IN 1874 HET OUDE ORGEL VERKOCHT EN EENE NIEUWE VERVAARDIGD DOOR R. MEYER VAN VEENDAM TOEN T. E. TEN HAVE, MR. M. J. TER HASEBORG EN F. H. BUSEMAN KERKV. WAREN. INGEWYD 1 NOV. DOOR U. P. GOUDSCHAAL, PRED. IN 1888 IS DE WESTELYKE GEVEL VOORZIEN MET EEN VENSTER IN OUDE STYL, WAARONDER HET BEELD EENER BYBELLEZENDE VROUW. THANS DE VENSTERS VAN BINNEN MET GEPROFILEERDE LYSTEN VERSIERD EN DE MUREN VERFRAAID. SCHEEMDA DEN 10 JULI 1896. G. P. TER HASEBORG, F. H. BUSEMAN, H. MEDER.

N.B. Afgebeeld: GDW, plaat XXVII. GDW, blz. 600, nr. [3310][2].

 

Kijken we naar de architectuur van de kerk en nemen daarbij de geschiedenis van het Oldambt in ogenschouw, blijkt het jaar 1515 nog niet eens zo ver bezijden de waarheid te zijn. Eén ding is wel zeker, de bouw heeft direct te maken gehad met de bodemdaling en de uitbreiding van de Dollard, zoals die is ontstaan bij de Cosmas- en Damianusvloed van 1509.

 

Verplaatst dorp

De huidige Scheemder kerk is niet de eerste kerk, maar de derde. Het dorp is veel ouder dan de kerk en heeft ooit zo’n anderhalve kilometer noordelijker gelegen. Samen met omliggende dorpen ontstaat het in de 11e of 12e eeuw, als het Wold-Oldambt bewoond raakt. In de eerste eeuwen zorgen vetweiderij, de rogge- en boekweitteelt voor ongekende welvaart. Zo vermogend is de bevolking, dat er in het midden van de 13e eeuw zeker tien grote kruiskerken gelijktijdig in de steigers staan. Maar met de bewerking en ontwatering van het metersdikke veenpakket komen ook de problemen.

 

Vooral in het middendeel van het Oldambt daalt de bodem zodanig, dat de natuurlijke afvoer van water steeds moeilijker wordt. Al voor de 15e eeuw veranderen grote gebieden gedurende de wintermaanden in een binnenzee. En zo besluiten de Meedemers nog ver voor de Dollardoverstromingen, hun kerk af te breken en zuidelijker, op hogere grond weer te herbouwen. Als stichtingsjaar wordt genoemd 1480.

 

Het dorp Scheemda, dat in die tijd aan de oude weg ligt van Ol kerkhof[3] naar Eexta, moet in die tijd ook de problemen hebben gevoeld. Het akker- en weiland is door agrarische gebruik flink gedaald. Zo niet het kerkhof met de kerk, waar het veenpakket door het uitblijven van ploegen en bewerken, grotendeels intact blijft, en door regelmatige ophoging, zijn oorspronkelijke niveau weet te behouden.

 

In de natte herfst- en wintermaanden moet de kerk dan ook als op een eiland in de wijde waterplas hebben gelegen. Het is heel goed mogelijk, dat de meeste boerderijen al in de 15e eeuw zijn verplaatst naar de nieuwe weg: de Oosterstraat.

 

De dijkdoorbraken van 1509 en navolgende jaren vormen uiteindelijk het keerpunt. Als één van de laatste gebouwen wordt dan ook de kerk gesloopt en in het nieuwe dorp weer opgebouwd. Deze oude kruiskerk is destijds gebouwd op een omvangrijk kerkbezit, een brede opstrekkende kavel van ruim 51/2 kilometer lang, die dan loopt vanaf de Esbörg tot aan de Rechtewaalsterweg achter Nieuw Scheemda. En net als de landbouwers, die hun boerderijen op het hoge deel van de opstrek herbouwen, zo kan ook de kerk elders op eigen grondbezit worden herbouwd.

 

In de zomermaanden, wanneer het waterpeil van de Dollardplas laag is, wordt de kruiskerk afgebroken en stenen en balkhout naar het nieuwe dorp gebracht. Op een terrein, drie meter hoger dan de oude plek bouwt men een nieuwe kerk met toren[4].

 

Niet alleen de kerken van Meeden en Scheemda worden in die tijd herbouwd, ook is dat het geval met de kerk van Beerta. Ook daar moeten de bewoners uitwijken en van die kerk is min of meer het bouwjaar bekend, namelijk 1506, zoals op een sluitsteen boven de zijdeur staat vermeld. Alle drie de kerken vertonen een grote mate van overeenkomst. Het zijn zaalkerken met een gotisch stempel, maar alleen de kerk van Scheemda heeft een meerzijdige koorsluiting.

 

Al is het bewuste bouwjaar 1515 niet uit documenten overgeleverd, toch sluit het nauw aan bij de gebeurtenissen van die tijd, maar evengoed kan de bouwtijd iets eerder liggen, als de vernatting van het landschap de boeren al in de 15e eeuw doen besluiten te verhuizen. Kerken blijven doorgaans als laatste staan, dat zien we ook bij de viertorenkerk van Midwolda, die nog tot 1738 in gebruik is geweest, terwijl de bewoners al rond 1500 naar het nieuwe dorp zijn verhuisd.

 

Bank onder de galerij met oude bijbels. Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

Bank onder de galerij met oude bijbels. Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

 

Gotische bouw  

De huidige kerk is een sober gebouw met duidelijk gotische invloeden. In beide zijgevels zitten hoge spitsboogramen en de oostelijke gevel is voorzien van een meerzijdige koorsluiting. Dat de kerk nog in de rooms katholieke traditie is gebouwd blijkt duidelijk uit de oriëntering naar het oosten. Sedert de vroege middeleeuwen is het gebruikelijk het koor naar het oosten te bouwen. Dat is dan ook de belangrijkste reden waarom de kerk evenwijdig aan de Oosterstraat staat, maar schuin op het perceel is gesitueerd. Niet altijd lukt het de kerken zuiver naar het oosten te richten. Metingen hebben uitgewezen, dat de Scheemder kerk 11 graden afwijkt naar het noorden.

 

Deze nieuwe kerk is 26.65 meter lang en 8.40 meter breed. Vanuit de kerkruimte kijkt men tegen het blauwgroen geverfde houten tongewelf aan, dat in 1792 is aangebracht. Daarboven zit nog een oudere zolder van zware balken en brede eiken planken. Bij de muren is de afstand tussen de oude zolder en het nieuwe tongewelf 1.60 meter.
Dr. M.D. Ozinga, hoofdcommies bij het Rijksbureau voor Monumentenzorg, die in 1940 het monumentale werk over de kerken samenstelt, is van mening geweest dat de kerk nog in een eerder stadium stenen gewelven moet hebben gehad. 

 

Bij de ontpleistering van de kerk in de zomer van 2014, is dan ook extra gelet op bouwsporen aan de muren, aan de hand waarvan mogelijk uitgebroken gewelven kunnen worden vastgesteld. Bij de ontpleistering is de strook pleisterwerk tussen zolder en tongewelf onaangeroerd gebleven. Daardoor is er nog figuratie te zien uit de tweede helft van de 16e eeuw.
En inderdaad worden er boogvormige structuren in het metselwerk zichtbaar die sterk lijken op de aanzetten van gewelven. Er wordt samen met bouwkundige Jan Battjes gekeken en gemeten en uiteindelijk is de conclusie geweest dat de bogen niet geschikt zijn geweest om gewelven te dragen. Daarbij komt, dat er zich boven de bogen ook pleisterwerk bevindt met zelfs nog 16e -eeuws schilderwerk. Dat kan alleen maar betekenen, dat de muren ook boven de bogen, tot aan de vlakke houten zolder vanuit de kerk zichtbaar moeten zijn geweest. Hebben we te maken met vooruitspringende gemetselde bogen die de suggestie van gewelven hebben moeten wekken? Of zijn de bogen aangebracht met de bedoeling om er op een later tijdstip gewelven in aan te kunnen brengen, maar dat daar uiteindelijk van is afgezien en men het pleisterwerk dan tot aan de zolder heeft doorgetrokken? We weten het niet.

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting. De afbeelding wordt in een nieuw venster/tabblad geopend. Sluit het venster/tabblad door op het kruisje te klikken in de adresbalk.

Op de kerkzolder die te bereiken is via de traptoren zijn nog de sporen zichtbaar van de vroegere gewelven. Ook bevinden zich daar nog sporen van tekeningen/afbeeldingen. De zolder is goed begaanbaar. Foto: ©Jan P. Koers, Scheemda.

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting. De afbeelding wordt in een nieuw venster/tabblad geopend. Sluit het venster/tabblad door op het kruisje te klikken in de adresbalk.

 

Voor het bereiken van de kerkzolder is in de noordmuur een traptoren uitgebouwd, waarvan de toegangsdeur destijds in de kerk heeft gezeten. De kerk heeft oorspronkelijk drie toegangsdeuren gehad, die volgens de dan geldende opvattingen in de noord- en zuidmuur hebben gezeten. De toegang in de noordmuur bij de traptoren is mogelijk al in de zeventiende eeuw gesloten, terwijl de hoofdingang in 1792 van de zuidmuur naar de westmuur is verplaatst en er bovendien een deur in de koorgevel komt. Dan is er in de noordmuur nog een laag deurtje geweest dat uitkomt in het koor. Dat moet haast wel de priesteringang zijn geweest. Het deurtje wordt na de afschaffing van de rooms-katholieke religie dichtgemetseld.

 

Verder heeft de kerk tot 1626 aan de buitenzijde steunberen gehad en aan de westzijde, de voorgevel,  een doorlopende topgevel, bekroond met een vaasachtig ornament met een windvaan. De topgevel is in 1792 wegens bouwvalligheid verwijderd om plaats te maken voor een schilddak met dakpannen.

 

Naast gewone kloosterstenen vinden we in de vorm van rode zandsteen allerlei tweedehands bouwmateriaal in de muren verwerkt. Natuursteen is in z’n algemeenheid een geliefd bouwmateriaal, maar betrekkelijk kostbaar. Zo kostbaar zelfs, dat men keer op keer overgaat tot hergebruik van stukken en brokken. Vooral aan de buitenkant, in de versnijdingslijst aan de voet van de noord- en zuidmuren is rode zandsteen verwerkt. Dat het hier gaat om delen van sarcofagen (stenen doodskisten), sarcofaagdeksels uit de twaalfde eeuw, meegenomen uit het oude dorp, lijdt geen twijfel.

 

Ook boven de smalle ramen in de traptoren dienen delen van 12e -eeuwse sarcofagen als latei[5]. Twee van de vijf lateien tonen op de zichtbare onderzijde nog de oorspronkelijke ornamentatie in de vorm van een bisschopsstaf en een kruissymbool. Het zijn de korte zijden van zandstenen doodskisten die de zestiende-eeuwse bouwers opzettelijk in het zicht hebben gelaten.

 

Interieur naar het oosten, het koor met de koorafscheiding (kraak).

Interieur naar het oosten, het koor met de koorafscheiding (kraak). Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

 

Het interieur

Als we naar binnen gaan en het kerkinterieur kunnen bekijken, zoals dat er in de rooms-katholieke tijd heeft uitgezien, zal allereerst de situatie aan de westzijde in het oog vallen.

 

Tegen de noord- en de zuidmuur zijn tussen het eerste en tweede raam, zware kolommen  gemetseld geweest, die verder naar boven toe in een boog samenkomen, ‘tot boven de zolder…’, zo lezen we in een bestek uit 1792. Bovendien heeft vanaf de westmuur tot aan de boog geen houten zolder gezeten, maar spreekt het bestek over een ‘stenen zolder of gewelf’. Daar komt nog bij, dat de westmuur aanzienlijk dikker is gebouwd, dan de andere muren.

 

Het is dan ook nog altijd een compleet raadsel wat nu de bedoeling is geweest van deze eigenaardige architectuur. Heeft het westvak van de voormuur tot aan de stenen boog nu wel, of geen onderdeel uitgemaakt van de kerkruimte?  We weten het eenvoudig niet.

 

De muurkolommen, de gemetselde boog en de stenen zolder,zijn in 1792 afgebroken en zo ontstaat er één ruimte. Bij de ontpleistering van de kerkmuren in 2014, wordt met meer dan gewone belangstelling gelet op bouwsporen die iets over de functie of de constructie van boog en zolder zullen kunnen zeggen.

Wel komen de ruwe verticale banen aan het licht, waar in 1792 de kolommen zijn weggehakt, maar van de zolderconstructie is geen spoor te vinden.

 

In de tegenovergestelde richting is het koor, de plaats waar het altaar heeft gestaan. De scheiding tussen kerk en priesterkoor bevindt dan zich tussen de beide laatste ramen van de zijmuren. Die scheiding wordt aangegeven door het doksaal bestaande uit een hoog houten schot met deuren. Vanuit de kerkruimte heeft men de handelingen in het koor kunnen volgen via de opengewerkte delen in wand en deuren.

 

Boven over de koorwand heeft een smalle galerij gelopen met voor en achter een borstwering. In de zomer van 2014 zijn in beide muren de gaten teruggevonden waarin de zware balken hebben gezeten die de galerij hebben gedragen. Het geheel heeft een totale hoogte van 5.20 m gehad.

 

Het is niet te zeggen of het doksaal uit de bouwtijd dateert, of dat het z’n vorm heeft gekregen samen met het orgel dat in 1526 door Johannes van Emden is geleverd. Dat oude orgel met z’n fraai beschilderde luiken is vrijwel zeker op het doksaal geplaatst, zodat het vanuit de kerk goed zichtbaar is geweest. In de balustrade aan de voorkant wordt de zitplaats van de organist uitgebouwd (nog aanwezig). Op het tekstlint, dat onder de zitplaats is aangebracht, vinden we de levering beschreven met de woorden:

 

MAGISTER IOHANNES EMEDENCIS ANNO DNI MCCCCC ENDE XXVI.

 

De hoge balustrade op het doksaal is met een trapje langs de noordmuur te bereiken.

 

Heiligenbeelden hebben er zeker in de kerk gestaan, maar daarover is niets overgeleverd. Dat op de hoge muren allerlei geschilderde afbeeldingen zijn aangebracht, weten we uit de brief van kerkvoogd G.P. ter Haseborg, die in 1896 de grootscheepse renovatie heeft begeleid. Bij die renovatie wordt de kerk opnieuw bepleisterd en zijn de schilderingen helaas verloren gegaan.

 

‘…Overal zag men overblijfselen van ruwe geverfde schilderingen, geel, hemelsblauw en groen. Aan de noordmuur kon men op drie plaatsen sporen van wapenborden zien, met draperieën, maar noch inscriptien, noch jaartallen ontdekken...’

 

aldus Ter Haseborg in 1896. Bij de ontpleistering in de zomer van 2014, komen alleen rechts van de preekstoel nog enkele fragmenten van een afbeelding tevoorschijn in geel en zwart.

 

De preekstoel met de oude kandelaars. Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

De preekstoel met de oude kandelaars. Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

 

Na de reductie

In 1594 vindt de overgang plaats naar het protestantisme en worden alle rooms-katholieke uitingen uitgebannen. Het koor met altaar verliest zijn functie en voortaan is de preekstoel het centrum van de eredienst. Het reeds eerder genoemde memoriebord laat weten dat in 1626 de preekstoel wordt verplaatst. Mogelijk bedoelt men, dat de liturgische handelingen niet meer vanuit het koor, maar vanaf de preekstoel plaatsvinden. Maar nergens blijkt dat er dan al een preekstoel aanwezig is geweest. De fraaie eiken preekstoel aan de zuidgevel, zoals we die nu kennen is volgens een opschrift gemaakt in 1634 en is vrijwel zeker ook de eerste geweest. Het klankbord erboven is aan het eind van de 18e eeuw vergroot.

 

Twee jaar later, in 1636, bestellen ook de Eexters voor hun kruiskerk een preekstoel. Ze vertonen een grote mate van overeenkomst, maar er zijn ook verschillen. Zijn er in Eexta, onder de Korintische zuilen leeuwenkoppen aangebracht, in Scheemda vinden we daar zogenaamde bladgezichtjes. Zowel de preekstoel uit Scheemda, als die van Eexta zijn zeker niet door een plaatselijke houtbewerker gemaakt. Ze zijn van een hoog niveau en besteld bij een vakkundige schrijnwerker.

 

De preekstoel dateert volgens een opschrift uit 1634. Deze is voorzien van kuipvelden met ingelegde panelen en ranke Korinthische zuilen. Opvallend zijn de fraai uitgesneden vergulde ‘gezichtjes’ die ‘groene mannen’ voorstellen: wezens bij wie de grens tussen mens en natuur diffuus is. Bladeren of stengels kunnen uit mond en neus komen. In de oudheid zijn het goddelijke wezens. In de omgeving zijn ze in geschilderde vorm ook te zien in de kerk van Noordbroek. Ook in Engelse en Schotse kerken komen deze ‘green men’ voor.

 

Een 'Groene Man' op de preekstoel. Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

Een 'Groene Man' op de preekstoel. Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

 

Avondmaalszilver

Het fraaie Avondmaal zilver van Scheemda, dat dateert uit de eerste helft van de 19e eeuw, is te zien in de Groninger Zilverkamer in Appingedam.

 

De balustrade met het tekstborg over de geschiedenis van de kerk uit 1896. Foto: ©Jur Kuipers, Hoogezand, mei 2022.

De balustrade met het tekstborg over de geschiedenis van de kerk uit 1896. Foto: ©Jur Kuipers, Hoogezand, mei 2022.

 

In memoriam

Voor de balustrade hangt een tekstbord over de geschiedenis van de kerk uit 1896, beginnend met de stemmige woorden ‘In Memoriam’. Ofschoon het memoriebord daarvan geen melding maakt, moet het orgel kort na de overgang zijn verplaatst van het doksaal naar de westwand waar ook nu nog het orgel staat. Is het orgel voorheen bedoeld voor muziek tijdens de mis, na de hervorming moet het de gemeentezang begeleiden en daarvoor is de klank te gering. Met de toevoeging van extra pijpen is dat wel mogelijk en dat gebeurt dan ook.

 

Het is altijd nog een intrigerende vraag waarom het orgel met zijn katholieke beschildering in de kerk is blijven staan. Overal zijn beelden verwijderd en gewelfschilderingen overgeverfd, in Scheemda zijn de stamboom van Jesse, Maria met kind en de aanbidding door de wijzen en de herders in het zicht gebleven. Kennelijk stoort men zich er niet aan. In het koor wordt het altaar verwijderd, maar de scheidingswand tussen kerk en koor, het doksaal, is blijven staan.

 

In dezelfde tijd als waarin de preekstoel wordt geplaatst, krijgt het kerkinterieur zijn protestante inrichting. Rond de preekstoel worden banken geplaatst en vanwege de beperkte ruimte komt er tegenover de preekstoel, aan de noordwand, een smalle galerij met banken. De galerij heeft vanaf de kolommen tot aan het doksaal gelopen. Bij de ontpleistering, zijn de balkgaten, zoals eerder omschreven, van de galerij teruggevonden in de noordmuur.

 

Grafstenen

Net als in veel andere kerken, wordt de koorruimte na de hervorming in gebruik genomen als begraafplaats. In de achterhal en onder de vloerbedekking zijn in totaal acht grafstenen te zien, maar mogelijk liggen er onder de banken nog meer. Albert Hornekens, ambtman van het Oldambt, wordt er in 1599 als één van de eersten begraven. Voor zijn grafsteen is gebruik gemaakt van een trapeziumvormige sarcofaagdeksel van gele zandsteen.

 

Lees hier een artikel over de zerken in en buiten de kerk.

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting. De afbeelding wordt in een nieuw venster/tabblad geopend. Sluit het venster/tabblad door op het kruisje te klikken in de adresbalk.

Onder de preekstoel staat een kist, gemaakt van panelen uit de voormalige kruiskerk van Eexta. De kist is gemaakt door een plaatselijke inwoner en heeft verder geen betekenis. De tros rechtsboven hangt onderaan de preekstoel. Als bloedsymbool is de druif het teken van leven en dood. De druivenrank of -tros, vooral in combinatie met korenaren, verwijst naar de eucharistie of het Avondmaal en daarmee naar de offerdood van Christus. De druiventros staat ook symbool voor de vruchtbaarheid: 'Uw vrouw als een vruchtbare wijnstok in het binnenvertrek van uw huis.' (Psalm 126, 3). Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting. De afbeelding wordt in een nieuw venster/tabblad geopend. Sluit het venster/tabblad door op het kruisje te klikken in de adresbalk.

 

De renovaties van 1792 en 1896
Aan het eind van de 18e eeuw vertoont het kerkgebouw een reeks van gebreken. De topgevel van de westmuur is bouwvallig geworden, de stenen zolder dreigt uiteen te vallen, de banken vertonen verzakkingen en de kerkruimte is vanwege het ongebruikte koor eigenlijk te klein geworden. Van de renovatie, die plaatsvindt in 1792, is een uitvoerig bestek bewaard gebleven en zo is er een goed beeld van datgene wat dan wordt opgeruimd. Allereerst is de topgevel met stenen vaas en windvaan afgebroken en komt er een schilddak met pannen voor in de plaats. In de kerkruimte worden de kolommen en de boog weggehakt en wordt de stenen zolder gesloopt.

 

Volgens het bestek wordt de toegang in de zuidmuur gesloten en is er een nieuwe ingang in de westmuur gemaakt, de huidige deur. Vervolgens wordt de doksaalgalerij weggebroken en wordt een nieuwe galerij met banken in het koor gemaakt om de vele kerkgangers een zitplaats te kunnen bieden. Voor de mensen op de galerij wordt achterin een ingang gemaakt. Samen met het doksaal is ook de galerij langs de noordwand weggebroken. De borstwering met panelen uit de eerste helft van de 17e eeuw, wordt gebruikt voor de borstwering van de nieuwe klunderzolder in het koor.

 

Na de afbraak van de stenen zolder is er een gapend gat ontstaan waardoor men de hanenbalken kan zien zitten. Ook de oude zolder vertoont echter gebreken, sommige balken zijn verzakt, waardoor het pleisterwerk scheurt en de vele in het verleden vervangen planken vormen een ongeregeld zootje. De oplossing vindt men in het aanbrengen van een tongewelf, een nieuw halfrond gewelf versierd met drie rozetten. Dat tongewelf bepaalt nog altijd het interieurbeeld. Die ingreep is aan de buitenzijde van de kerk ook te zien, omdat wegens het verlagen van de zolder de hoge ramen iets aan lengte hebben moeten inleveren.

 

Na deze werkzaamheden zijn de oude banken in de kerk teruggeplaatst en waar nodig nieuwe bijgemaakt. Omdat de Scheemders eeuwenlang zeer spaarzaam met hun materialen zijn omgegaan, zijn veel oude onderdelen, als trappen, balken en verzaagde en opnieuw samengestelde banken bewaard gebleven. Hier en daar zijn aan de banken zelfs nog resten van vroeg 17e -eeuws houtsnijwerk te vinden.

 

De ruimte onder de koorgalerij wordt met wanden afgescheiden van de kerk en later wordt ook nog een consistorieruimte ingebouwd, waardoor de grafstenen nu deels aan het oog worden onttrokken.

 

Ter afsluiting van de renovatie in 1792 schenken dominee Folckers en ouderling Sypko Stheeman de kerk een mooie kaarsenkroon. De beide andere kaarsenkronen dateren uit 1810.

 

VEREERT AAN DE KERK VAN DE SCHEEMDA DOOR W.H. FOLCKERS, PREDIKANT, EN S. STHEEMAN, OUDERLING DEZER GEMEENTE, IN DEN JAARE 1792.

GDW, blz. 599, nr. [3307].

 

GEMAAKT ALS J. PELINCK PREDIKANT, A. E. STHEEMAN EN H. EPPENS KERKVOOGDEN IN DE SCHEEMDA WAREN IN DE JAARE 1810.

N.B. Afgebeeld: MON, plaat CI, nr. 3.600 GDW, blz. 599, nr. [3308].

 

J. PELINCK, PASTOR. A. F. STHEEMAN EN H. EPPENS, KERKVOOGDEN IN DEN SCHEEMDA IN DEN JAARE 1810.

GDW, blz. 600, nr. [3309].

 

Veranderingen aan de kerk
Twee belangrijke veranderingen vinden nadien nog plaats. In 1874 wordt het oude orgel uit 1526, dat volgens de toenmalige organist Kuipers, veel mankementen vertoont, ingeruild. bij Orgelbouwer Meijer in Veendam. Meijer levert een nieuw orgel dat nog nu nog steeds in de kerk te zien is.

 

Het huidige orgel vervaardigd door Roelf Meijer uit Veendam; links naast het orgel de plek waar het oude orgel heeft gestaan.

Het huidige orgel vervaardigd door Roelf Meijer uit Veendam; links naast het orgel de plek waar het oude orgel heeft gestaan. Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

 

Orgel

Het huidige orgel heeft twee manualen en een aangehangen pedaal. Het is in 1982 en 1992 door Mense Ruiter gerestaureerd en verbouwd en heeft nu 16 registers. Het heeft gediend als vervanger van het oude orgel uit 1526, dat mogelijk gemaakt is door de orgelbouwer (Johannes Emedensis) Johan Molner uit Emden. De door een anonieme kunstenaar rijk beschilderde orgelkas van dit instrument is in 1874 door de Hervormde Kerkvoogdij verkocht aan J. Verwer te Leeuwarden. Hij verkoopt het in 1896 door aan het Rijksmuseum in Amsterdam, waar het zich niet meer bevindt. Het ligt nu opgeslagen in een depot te Lelystad en heeft een loos pijpwerk.

 

Lees meer over het prachtige oude orgel van Scheemda

 

Op de balustrade aan de linkerkant van het huidige orgel bevindt zich een stuk houtsnijwerk van het oude orgel.

 

In 1888 wordt het grote raam in de voorgevel vernieuwd en is het beeld van de bijbellezende vrouw geplaatst en in 1896 vindt de laatste renovatie plaats. Alle muren worden opnieuw bepleisterd en de oude banken hersteld.

 

De laatste ingreep is in zomer van 2014 als de kerk opnieuw wordt voorzien van een stuclaag. Dat geeft de mogelijkheid om bouwkundig meer van de kerk te weten te komen.

 

De kerk is sinds 2001 eigendom van de Stichting Oude Groninger Kerken, samen met de (beklemde) eigendom van zeventien percelen grond die tot het kerkbezit hebben behoord. Maandelijks is er een dienst van de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten, afdeling Winschoten/Scheemda.

 

Tekstbord onder het orgel met de tekst: 'Gesticht in 1874 toen U.P. Goudschaal predikant, T.E. Ten Have, E.M.J. ter Haseborg, F.HJ. Buseman, kerkvoogden waren, door R. Meijer Orgelfabrikant te Veendam'.

Tekstbord onder het orgel met de tekst: 'Gesticht in 1874 toen U.P. Goudschaal predikant, T.E. Ten Have, E.M.J. ter Haseborg, F.HJ. Buseman, kerkvoogden waren, door R. Meijer Orgelfabrikant te Veendam'. Foto: ©Jur Kuipers, mei 2022.

 

Toren
De kerktoren is vrijstaand en is vervangen in 1570. In de noordwand is een dichtgemaakte ingang te herkennen. Bij noodweer hebben mensen uit Scheemda daar een veilig onderkomen kunnen vinden. Daarnaast bevindt zich een traptoren, die toegang verschaft tot de gewelven. Boven de ingang is in 1888 een venster ‘in oude stijl’ aangebracht, met daarin het beeld van een Bijbellezende vrouw; een allegorie op het geloof. De top van de toren met trapgevels en zeskantige opengewerkte torenspits is sterk gewijzigd bij de 'romantische' restauratie van 1887. De benedenruimte van de toren heeft een gerestaureerd koepelgewelf.

 

Lees meer over deze bijzondere toren.

 

Hervormde Gemeente

In 2000 is de (Vrijzinnig) Hervormde Gemeente Scheemda opgeheven. De leden gaan dan over naar de naburige Hervormde Gemeente Eexta-Nieuw Scheemda (inmiddels de Protestantse Gemeente Scheemda). Het kerkgebouw gaat over naar de Stichting Oude Groninger Kerken.
De Plaatselijke Commissie (PC) van de SOGK die enkele jaren later in het leven wordt geroepen heeft met vooral veel concerten van uiteenlopend karakter het gebouw geëxploiteerd. Diverse redenen zijn de oorzaak dat deze Plaatselijke Commissie haar activiteiten heeft gestaakt. In 2022 zijn er weer plannen inzake voortzetting van de PC.
Sinds eind 2000 is er in de kerk elke laatste zondag van de maand een dienst, uitgaand van de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten Winschoten-Scheemda e.o. Ook de jaarlijkse 4-mei herdenking vindt in deze kerk plaats, maar verdere activiteiten zijn er sedert 2015 niet. De kerk is wel beschikbaar als trouwlocatie van de gemeente Oldambt.

 

Rijksmonument:
De kerk en de toren zijn een Rijksmonument, waarvan de SOGK eigenaar is.
Bouwjaar: 1515 (kerk), begin 16e eeuw (toren), 1626 (verb. kerk), 1792 (verb. kerk), 1887 (verb. toren). ID: 33077.

 

 

Dankwoord:

Met dank aan J.P. Koers voor de oorspronkelijke tekst en de foto van de zolder.
Ook veel dank voor de bijzondere foto’s van Jur Kuiper, die daarvoor speciaal naar Scheemda is gefietst. Niet alle foto’s zijn in de tekst opgenomen. Alle foto’s worden nog wel in het fotoalbum opgenomen.

 

 

Meer foto's van de kerk vind je het fotoalbum.
Op de achtergrond is muziek toegevoegd aan dit album.

 

Noten, bronnen en referenties:

 


Noten:

1. RCE, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

2. GDW. Pathuis/Alma, Groninger Gedenkwaardigheden.

3. Ol Kerkhof is de benaming in de volksmond voor de vroegere locatie van de kerk van Scheemda. Het betreft de oude plek van het dorp Scheemda. Puinsporen in de omgeving van Ol Kerkhof wijzen vermoedelijk op de locatie van vroegere huizen van het oude dorp Scheemda. Dit zal gezien de strokenverkaveling waarschijnlijk een lintdorp zijn geweest. De plek bevindt zich ten noorden van Scheemda en ten oosten van de Pastorieweg, onder het tracé van de A7 en is aan de oppervlakte daardoor niet zichtbaar. Voorafgaand aan de aanleg van deze snelweg zijn bij archeologische opgravingen in 1988 en 1989 de restanten blootgelegd van twee kerken die hier achtereenvolgens hebben gestaan. Ten zuidenwesten van het gebied is in 2018 het Ommelander Ziekenhuis gerealiseerd.

4. Zie hiervoor andere artikelen in het menu ‘Dorpen’ en ‘Kerken’ onder het dorp Scheemda.

5. Een latei (ook linteel in Vlaanderen) is een draagconstructie die dient om belastingen boven wanddoorbrekingen over te brengen op de gedeelten van de wand naast deze wanddoorbrekingen. Wanddoorbrekingen zijn bijvoorbeeld een raam of deur.

 

 

 

 

Bronnen en referenties:
- J.P. Koers en J.J. Groenbroek, ‘Onder Scheemder klokslag’, Duvekoater, 2015 nr. 56.
- Pathuis/Alma, GDW, Groninger Gedenkwaardigheden.
- J. A. Feith, C. H. van Rhijn, Jb. Vinhuizen en G.A. Wumkes. GLS, Grafschriften in Stad en Lande. Groningen 1910. Met afbeeldingen.
- (OMJ) Opgravingen en/of mededelingen van H.J.Jansonius, Overschild.
- SOGK, Stichting Oude Groninger Kerken.
- Geraadpleegd: Wikipeda, Kerk van Scheemda, 12 juli 2022.


 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 17 juni 2022.
Update: 18 juni 2022.
Update: 4 augustus 2023.
Samenstelling: © Harm Hillinga.
Klik hier om naar het menu ARTIKELS te gaan.
Klik hier om terug te gaan naar de HOMEPAGE.
Top